zondag 29 november 2009

Water, water, every where (Nor any drop to drink)


Amerika van het water af gezien. Het lijkt wel of dit land uit oeverloze watervlaktes bestaat met hier en daar een bewoond eiland tussendoor. We varen eindeloze mijlen tussen bomen dan weer tussen rotsen maar meestal tussen moerassen en rietvelden. We zijn intussen in South Carolina waar de verlaten rijstvelden getuigen van een ver verleden toen rijst samen met Indigo en katoen de rijkdom van het Zuiden uitmaakte.

Soms is de waterweg een wijdse vlakte, soms niet meer dan een paar bootlengtes breed. De Rock Pile Section even voorbij Beaufort is zo smal dat twee schepen er met moeite kunnen passeren.  Voor je de vier mijl lange engte opgaat moet je je via kanaal 16 op VHF ervan vergewissen dat er geen verkeer van de andere kant komt.

De kreken, rivieren en baaien hebben poëtische, exotische namen: Wacamaw River, Winyah Bay, Wadmalaw Sound, Piankatank River, Choptank River, Chesapeake Bay: archeologische overblijfselen van talen en volkeren die het contact met de Europese kolonisator niet hebben overleefd. Welke mensen hier leefden vóór de komst van de blanke man, hoe ze leefden, welke talen ze spraken - we weten er bitter weinig over.




Varen over de Macawaw River is een hallucinante ervaring. Hier loopt de Waterway mijlenlang door een dicht woud. Uren zie je niets dan bomen. Als de wind stilvalt en het water de bomen weerspiegelt glijden we over een spiegel met bomen voor, achter, links, rechts en onder ons.Het lijkt een andere planeet. Zo moeten de eerste Europeanen het continent hebben gezien toen ze hier honderden jaren geleden voor het eerst doordrongen.



De Bruine Pelikaan is een vertrouwd beeld op dit deel van de waterweg


Van zeilen komt niet veel in huis. Sinds de Chesapeake Bay hebben we de dieselmotor niet meer afgezet. Hooguit kunnen we af en toe de genoa bijzetten: dat levert één a anderhalve knoop (zeemijl per uur) winst op en dat is vaak nodig. Hier in de laagvlakte van South Carolina hebben we sterke stromingen - meestal tegen - soms tot drie knopen. De tijverschillen gaan van 1m (in South Carolina) tot bijna 3 m in Georgia. Het meanderen in de rivieren maakt het zeilen bovendien erg  lastig omdat je voortdurend alle aandacht nodig hebt om de ondieptes te vermijden. Die staan overigens niet altijd op de kaart. In de Pilot bulkt het van de vermeldingen: shoaling reported.


Charleston 22-25 november


Een jaar geleden waren we hier voor de presidentscampagne toen de stad overhoop stond door het bezoek van Bill Clinton. We keken toen uit over een zonnige baai met een wereldhaven. Nu varen we diezelfde baai binnen onder een striemende regen en met harde wind. Aan stuurboord de USS Yorktown - aan bakboord Charleston Maritime Center, de marina waar we een ligplaats hebben gereserveerd.

Charleston is zonder meer de mooiste stad in het Zuiden van de VS - met voorbehoud want we moeten Savannah nog zien. Charleston ademt geschiedenis - niet altijd zo een prettige geschiedenis. South Carolina was de eerste staat die zich van de Unie afscheidde en daardoor het startsein gaf voor de burgeroorlog.

John Calhoun, een vurige verdediger van de slavernij en een notoire racist heeft nog altijd zijn standbeeld in het centrum van Charleston. (Kun je je voorstellen: een monument voor een militante antisemiet?). Hij staat niet toevallig met zijn rug symbolisch naar het Noorden gekeerd. Hoewel Calhoun elf jaar vóór de burgeroorlog is gestorven wordt hij met zijn vlammende retoriek voor de slavernij moreel mee verantwoordelijk geacht voor de Secessie (de afscheiding van de Zuidelijke Staten) die tot het bloedige conflict heeft geleid.


We all like sausage but we don't want to see how it's made. Zo verwoordt de buschauffeur en tourgids die ons een rondleiding door de stad bezorgt  de dubbelzinnige houding van Charleston en het Zuiden tot de beschamende geschiedenis van de slavernij. Ook al in de 19e eeuw deden de verdedigers van de peculiar institution hun uiterste best om de gruwelijkste aspecten van de mensenhandel aan het oog te onttrekken. Zo mochten er geen slaven worden verhandeld op de openbare markt. Dat moest discreet gebeuren in een afgesloten ruimte waar geen pottenkijkers werden geduld. Over personages als Calhoun en leiders van de Secessie wordt nog altijd met ontzag gesproken: Calhoun kwam openlijk voor zijn ideeën uit - wat ook de gevolgen waren, zegt onze tourgids bewonderend.


De patriciërswoningen die vandaag prachtig zijn gerestaureerd (en sinds de vastgoedcrisis in veel gevallen voor miljoenen dollars te koop staan) waren in de negentiende eeuw vaak het tweede verblijf van planters die in de stad verkoeling zochten, ver van de plantage waar zwarte slaven onbetaald het zware werk deden. In de zomer kan  de temperatuur hier oplopen tot veertig graden of meer, maar de huizen zijn zo georienteerd dat ze maximaal van de koelte door de zeebries kunnen genieten. De voordeur geeft toegang - niet tot het huis zelf maar tot de veranda waar het leven zich grotendeels afspeelde.


































Ook de brandweerkazerne in Charleston is een beschermd monument. Omdat de doorgangen niet mochten worden verbreed moest de brandweer speciaal smallere auto's laten bouwen.


















Dave en Marge Clarke, onze buren op de steiger. Dave heeft zijn schoener Winfield Lash in zijn achtertuin gebouwd. Na 18 jaar was hij af.



Dag en nacht komen gigantische autoschepen in de haven van Charleston aanleggen. Ze brengen in Duitsland gebouwde BMW personenwagens aan land en vertrekken met BMW SUV's die in South Carolina worden gemaakt. Van carbon footprint gesproken!



maandag 23 november 2009

Beaufort

Beaufort, North Carolina maandag 16 dinsdag 17 november
We steken de Neuse River over en via Adams Creek en een land cut van 5,5 mijl komen we aan  in Beaufort, een belangrijk maritiem centrum aan de Oostkust. Dit is het uitgangspunt voor de rechtstreekse route naar de Caraïben: 150 mijl oostwaarts om de Golfstroom over te steken en dan proberen de Noord-Oost passaten op te pikken tot de Maagdeneilanden of de Bahamas. We hebben even overwogen die route te volgen maar beslissen toch op de ICW te blijven . Die voert ons nog door South Carolina, Georgia en Florida en dat lijkt ons té aantrekkelijk om over te slaan. Neen, we blijven hier, de Caraïben komen later wel aan de beurt. We werpen een anker en maken de bijboot klaar voor morgen: roeispanen erin, buitenboordmotor erop.De zon gaat onder met een rode gloed. Dat belooft.

dinsdag 17 november

Beaufort, de op twee na oudste stad van North Carolina  is niet groter dan Front Street, met restaurants en souvenirshops langs het water, en enkele parallel-en zijstraten. Overal nu houten landhuizen met schommelstoelen in de veranda. Hier zien we ook de eerste palmettos en de stijlvolle silhouetten van de live oak trees.








In de vroege achttiende eeuw  was Beaufort een berucht piratennest en van die reputatie leeft het stadje nog altijd: overal piratenvlaggen, piratenmuseum, geleide piratentours met als kers op de taart bezoek aan het huis van de beruchtste piraat uit die tijd: Edward Thatch, beter bekend als de legendarische Blackbeard. Hij dankt zijn faam wellicht voor een deel aan zijn angstaanjagende verschijning: gitzwarte baard van hoog op de wangen tot diep op de borst, in talloze vlechtjes geweven. Wenkbrauwen als borstels boven zijn donkere ogen.  Rokende stokjes op de brede randen van zijn hoed, voor extra dramatisch effect tijdens zijn plundertochten. Intimidatie was zijn sterkste wapen.

 
Edward Thatch beter bekend als Blackbeard

Het was verrassend te vernemen dat Blackbeard nooit gebrek had aan medewerkers. De bemanning van veroverde koopvaardijschepen kwam maar al te graag bij hem in dienst. Bij hem hadden ze een beter bestaan en uitzicht op een leven in weelde. Het volstond een contract te tekenen met leefregels aan boord. Zeer redelijk op het eerste gezicht. Beurtrollen voor klussen en verantwoordelijkheden, regels over de eerlijke verdeling van de buit. Voor iedereen een behoorlijk rantsoen rum dat mocht aangesproken worden naar believen maar moest afgestaan worden aan gewonden. Ruzie aan boord kon ook niet, die moest uitgevochten worden aan de wal, met het zwaard of met pistool. Het contract kon altijd beëindigd worden als de waarde van de veroverde buit een bepaald minimum had bereikt.Wie zich niet aan de regels hield werd onverbiddellijk aan land gezet. Met een stukje neus of oor af, maar nooit zo maar op een verlaten strand. Altijd in een havenstad die kansen bood voor een andere job.


Onder een stralende hemel varen we naar de oever, een strandje waar we de bijboot op het droge leggen. Als Johan, met trolley en lege gasfles, op zoek gaat naar een winkel waar ze propaan kunnen bijvullen roept een man die aan het klussen is in zijn voortuin hem toe. Je bent van een boot en je bent op zoek naar propaan. Het is verder dan je denkt, man! Je hebt een auto nodig. Hier zijn de sleutels, neem je tijd - je kunt ook naar de supermarkt in dezelfde buurt. Ook dat is Amerika! Helemaal.


 




 Shrimps vers van de boot
 
Het terugkeren naar de boot verloopt niet simpel. Eerst broekspijpen oprollen en de bijboot in het water leggen. Dan roeien tot het voldoende diep is voor de buitenboordmotor. Maar een stevige bries en opkomend tij zetten ons, keer op keer, weer af op het strand, hoe hard we ook roeien. En telkens gevaarlijk dichter bij een brug met kolkende stroming. Er zit niets anders op. Ik spring in het water en trek de boot zo diep tot Johan de buitenboordmotor kan starten. Ik hou er een natte broek aan over, maar we zijn vertrokken. 

woensdag 18 november


Myrtle Beach, een populaire badplaats aan de Atlantische kust





We trekken verder zuidwaards. De route loopt nu ongeveer parallel met de kust. Links van ons moerassen, zandbanken, duinen. En helemaal in de verte de kuststrook, ofwel verlaten ofwel volgebouwd met vakantieflats.  Rechts van ons de kleurenpracht van de oever van het vasteland. Van geel tot oranje, van diepbruin tot hevig rood, als een reusachtig herfstboeket.




Afgezoomd met een  rietkraag en altijd weer de groene silhouetten van de live oak trees. Soms naderen we de Atlantische oceaan tot op enkele honderden meters: ondiepe lagunes, kreken en zandbanken geven aan hoe moeilijk navigeerbaar dit gebied is. Het is duidelijk waarom piraten in vroegere eeuwen hier een toevlucht zochten: zonder elektronica was grondige lokale kennis  onontbeerlijk. Toch is het Blackbeard slecht bekomen: zijn eigen Queen Anne's Revenge is op de zandbanken vóór de kust van Beaufort vergaan.



















Op mijl 235 van de ICW komt een wachttoren van Camp Lejeune in zicht. De Waterway loopt over een afstand van vier mijl door de Artillery Range van deze reusachtige basis van de Marines.Er hangt een vlag te wapperen, vuurrood en gigantisch, bijna zo groot als de toren zelf. Dat betekent doorgangsverbod, er zijn schietoefeningen bezig. We werpen een anker. Tijdens het geduldige wachten wiegt de boot ons in slaap tot een paar marines in een bootje ons komen aanmanen om verder te varen.

 
Eén van de talloze bruggen

En we meanderen verder tot de ondergaande zon ons verplicht de nacht door te brengen in een baai op militair domein. Het is al druk op de ankerplaats als enkele meters achter ons nog een boot zijn anker uitgooit. Too close for comfort maar we zijn te moe om hem dat duidelijk te maken en te verzoeken wat verderop te gaan liggen. Daar krijgen we spijt van als in het holst van de nacht een zwaar onweer uitbarst. De pilot had gelijk: dit is geen te beste ankergrond. Ons anker krabt en we merken dat we tot gevaarlijk dicht bij onze achterbuur zijn genaderd. Er zit niets anders op dan het anker te lichten en zelf enkele tientallen meters verderop opnieuw te ankeren. Een paar uur  later zijn we weer op weg, bestemming Charleston, South Carolina.

Mien

dinsdag 17 november 2009

Ida's Gram

zaterdag 14 - zondag 15 november


Het leek een eeuwigheid die vier dagen in Alligator River Marina. De orkaan Ida was gedegradeerd tot Tropische Storm toen ze North Carolina en Virginia bereikte, maar dat belette ze niet daar een ware ravage aan te richten. Twee zeilers moesten van hun boot worden geplukt en er viel tenminste één dode: een bejaarde man die in zijn tuin door een vallende boom werd geveld. Meer dan 150000 gezinnen en bedrijven zaten op een bepaald moment zonder stroom. In het meest ontwikkelde land ter wereld zorgt elke storm voor reuasachtige stroompannes. Het elektriciteitsnet is zoals veel infrastructuur in de VS ergens in de jaren vijftig blijven steken, een gevolg  van de extreem doorgedreven vrije-marktfilosofie en het taboe op overheidsingrijpen.

Ook wij moeten het een dag zonder stroom doen. Gelukkig draait de Superwind-generator op volle toeren zodat we alle systemen aan boord aan de praat konden houden. Maar luguber was het wel die gierende wind, donkere hemel en onophoudelijke regen in een uithoek van North Carolina waar al die dagen nauwelijks een mens te bespeuren viel. Geen internet of telefoon: van de wereld afgesneden.




De Alligator River doet zijn lugubere reputatie eer aan.



Toen het weerbericht eindelijk windsnelheden van minder dan 35 mijl per uur (7 tot 8 Beaufort) aankondigde  gingen de meertouwen los en de dieselmotoren aan. Een kleine bootkaravaan repte zich naar de brug die ook al vier dagen wegens de storm gesloten was gebleven en nu voor het eerst weer openging. Het bleef winderig maar aan de mildere temperatuur voelen we dat we al een stuk zuidelijker zitten. Dat merk je overigens ook aan de architectuur en het zwaardere Zuiderse accent dat de verstaanbaarheid er niet op vooruit helpt.


Veranda en schommelstoel: We zijn in het Zuiden van de VS 




Ingang van het Alligator River-Pungo River kanaal

Van de Alligator River gaat het via een kanaal naar de Pungo River en de Pamlico Sound - alweer een brede, ondiepe zeearm met een goed bebakend kanaal tussen rode en groene boeien of dagkenmerken. Henry Plummer en zijn zoon (en de kat) hadden het in 1912 lang niet zo makkelijk. Behalve hier en daar een vinger op een paal die de richting aangaf moesten ze het zonder hulpmiddelen stellen. Niet te verbazen dat ze voortdurend vast kwamen te zitten en telkens opnieuw ballast moesten verplaatsen of overboord gooien om Mascot weer vlot te krijgen.



Maar ondanks al onze moderne navigatie-apparatuur blijft het ook nu uitkijken geblazen. Na de storm ligt het Alligator-Pungo River kanaal vol met navigational hazards in de vorm van dode takken, boomstronken en rotzooi.








 In Oriental komen we weer in de bewoonde wereld. Het is het eerste stadje dat we aandoen sinds Norfolk. Hoewel stad is wat groots voor dit uit de kluiten gewassen dorp dat zijn naam dankt aan een schipbreuk in de 19e eeuw. Wie noemt nu een stad naar een schip dat vergaan is?  Amerikanen een eeuw geleden in het Zuiden.

Oriental is nog altijd een centrum van garnaalvissers - reuzegarnalen wel te verstaan, die weinig uitstaans hebben met onze grijze Noordzeegarnaal. Ook dit is een industrie waar de klad in zit, maar we zien toch verschillende goed onderhouden en redelijk recente garnaalboten .











Oriental


Voor het supermarktje moeten we zoals gewoonlijk in deze kleine Amerikaanse steden een stuk buiten het centrum. Sommige straten staan nog altijd blank na de storm, maar je merkt dat ze hier op dat soort toestanden voorbereid zijn. Veel huizen staan op palen of zijn op een heuvel gebouwd.

   Oriental Main Street


















Rijk en arm














De redactielokalen van  The Pamlico News. Geen stadje zo klein of het heeft zijn plaatselijke krant.





Intussen  is de zon weer doorgebroken en de temperatuur stijgt tot een lekkere twintig graden. Nog maar een goeie week geleden moesten we onze winterspullen en zeilpakken bovenhalen. Maar we zijn er nog niet: Florida is nog 8oo mijlen ver.

Een Mijlpaal! De afstanden op de Waterway worden uitgedrukt in landmijlen (1,6 km)

woensdag 11 november 2009

The Ditch

donderdag 5 november


Met het eerste daglicht vertrekken we uit de ankerplaats in Jackson Creek op de Piankatank River en zetten we koers naar Norfolk, het eindpunt van de ons vertrouwde en geliefde Chesapeake Bay. Algauw krijgen we gezelschap als een hele groep driehoekige vinnen aan het wateroppervlak tevoorschijn komt.  Ze komen richting boot. Haaien misschien? Maar dan beginnen ze sprongetjes te maken en zien we dat we gevolgd worden door een groep dolfijnen. Ze komen langs gezwommen en springen op, nieuwsgierig naar de boot . Wat een spektakel! Maar ze laten zich niet fotograferen –  zo plotseling  als ze gekomen zijn verdwijnen ze weer.

 
Op onze tocht naar het Zuiden zijn we niet alleen
 



Het is avond als we afmeren in Little Creek nabij Norfolk. Het is een beetje een gedwongen stop want het onvermijdelijke op een zeilboot is gebeurd: we hebben problemen. De douchekraan blijft stevig lekken en we hebben een stroompanne.

Onze buren aan de steiger, Bill en Linda zijn zo vriendelijk en behulpzaam dat het bijna genant wordt. Moeten we naar de supermarkt?  Bill rijdt er ons wel even naartoe. De Hardware store? Geen probleem – Bill staat al klaar met de autosleutels. Zelf zijn ze druk in de weer met het oppoetsen van hun motorboot. Hij wordt verkocht want ze gaan met pensioen en ze zijn heel verbaasd als ze horen dat wij, net omdat we met pensioen zijn, een boot gekocht hebben.






Ook hier in de East Beach Marina zijn de gevolgen van de crisis zichtbaar. Woody komt uit Massachusetts. Daar verloor hij zijn baan bij DHL, verkocht huis en inboedel en woont nu op zijn krappe motorjacht. Maar intussen heeft hij hier weer een job gevonden bij UPS, een ander pakjespostbedrijf.


Are you from Belgium? Voor me staat Steven die algauw overschakelt op een onvervalst Vlaams accent. Steven is een 35 jarige Vlaming die hier ook op zijn boot woont.  Op een goede dag besloten dat hij genoeg had van België en  uitzendbaantjes en naar Amerika vertrokken. Kocht er zich een boot en houdt zich met klussen in het leven.  Spreekt vier talen, heeft twee rechterhanden en voelt zich als een vis in het water in de cyberworld. Het slag dat overal wel terecht komt. Hij werkt nu als keukeninstallateur maar vertrekt over een paar weken naar Sint Maarten en hoopt daar duikinstructeur te worden. En alsof het nog bewezen moest worden: de wereld is klein. Niet alleen is Steven uit onze woonplaats Hofstade afkomstig, hij heeft ook samen met onze oudste school gelopen in Atheneum Pitzemburg in Mechelen.


Maar nu de herstellingswerken. Johan demonteert een paneel van de douchewand en bestudeert het buizenwerk. Hij zal de douchekraan zelf repareren, beslist hij. Tot 2 maal toe moet hij voor onderdelen naar de hardware store. Bill en Linda zijn vertrokken en dus wordt het een stevige wandeling van telkens om en bij de vijf  kilometer.


Ik maak van de gelegenheid gebruik om de boot een grondige schoonmaakbeurt te geven. Met wegwerpdoekjes, want de watertoevoer is afgesloten. Ik breng wat orde in de kasten want het is me daar een boeltje. De dagenlange noorderwind heeft de boot voortdurend doen rollen en de inhoud van de kastjes rolde mee.. Ik herschik ook de mondvoorraaad, en pas de inventaris aan. De bergruimtes onder en achter de bakboortzitbank lijken een kleine kruidenierszaak. Want aan boord eten we zoals thuis: geen vooraf bereide maaltijden en geen sauzen uit een pakje.


Er komt een vakman langs voor de elekticiteit. Volgens hem is er een hoofdschakelaar stuk. Na het weekend zal hij terugkomen met de nodige onderdelen. Nog zo lang wachten? Johan diept de handleiding van de boot op, onderwerpt de technische plannen aan een grondige studie, haalt er zijn gereedschapskoffer bij. En… vraag me niet hoe maar na een poos we hebben weer stroom. Wat een luxe. We kunnen weer douchen en zitten niet meer in het donker. We zijn klaar voor het uitgestrekte havengebied van Norfolk.


Norfolk is de grootste marinebasis  van de VS, en de thuishaven van legendarische oorlogsbodems als de USS Wisconsin, nu een museum. Hier komen verschillende scheepvaartroutes samen . Dat levert een onoverzichtelijk bos van rode en groene dagkenmerken op. Johan volgt de navigatie met de radarplotter, ik volg met de zeekaarten. Alles klopt. We vinden onze weg. Het weer is schitterend, 24 graden.We varen een hele reeks marineschepen voorbij en moeten rakelings langs een indrukwekkend vliegdekschip. Al bij al een geluk dat het zondag is, een kalme dag.









Mile Zero met Battleship Wisconsin op de achtergrond


Na Mile Zero zijn we definitief op de Intracoastal Waterway ook bekend als The Ditch een 1095 mijl (1765 km) lange aaneenschakeling van rivieren, kanalen en zeearmen die van Noord tot Zuid parallel lopen met de Atlantische kust. Soms mijlenbreed, soms niet meer dan een onooglijk riviertje. The Ditch heeft een kwalijke reputatie die wellicht meer te maken heeft met beruchte en beangstigende plaatsnamen als Cape Fear River, Dismal Swamp Canal en Alligator River dan met echte gevaren. Delen ervan zijn natuurlijk, andere door mensenhand aangelegd en pas de laatste decennia is de ICW de karavaanroute geworden voor de snowbirds op hun trek naar het Zuiden. Toen Henry Plummer met zoon en kat in 1912 als één van de eersten de waterweg van Massachusetts naar Florida opvoer kwamen verbaasde oeverbewoners aan boord,  nieuwsgierig naar een pleziervaartuig - want dat hadden ze op de waterweg nog nooit gezien. 

Maar het lastige gedeelte is nog niet voorbij. Nu komen de vaste bruggen. We zoeken de hoogte op en weten zeker dat we er met onze mast van 58 voet onderdoor kunnen. Toch blijft het altijd je hart vasthouden . Door optisch bedrog zou je telkens weer zweren dat de mast tegen de brug klettert. Ik wil al lang niet meer naar boven kijken als we bruggen doen.





Na nog enkele ophaalbruggen opent het weidse landschap zich en keert de rust terug. We genieten weer van de sierlijke choreografie van talloze vluchten trekvogels, samen met ons op weg naar het Zuiden.

Net vóór het donker zijn we door de eerste  sluis (en enige in de volgende 200 mijl) en kunnen we afmeren aan de Atlantic Basin Marina. We zeggen elkaar dat we het goed gedaan hebben en drinken er een glas wijn op.

maandag 9 november



Na een dag gespannen slalommen tussen rode en groene dagkenmerken liggen we in Midway Marina op de Indian River in Coinjock NC.  De waterweg is hier af en toe zo breed als het oog reikt maar het uitgediepte kanaal is niet meer dan een paar bootlengtes breed. Dus de hele tijd intens navigeren en uitkijken om uit de ondieptes (1 tot 3 voet) links en rechts te blijven. Om halftwee vanmiddag de State Line overgestoken van Virginia naar North Carolina - weer een staat zuidelijker. We hebben ruim 200 mijl afgelegd van de 1200 tussen vertrek in Deale en aankomst in Key West, Florida.



De schipper van de Kiowa was even verstrooid. Don't make a picture,  it's embarassing enough like that zei hij, maar toen was het al te laat.




dinsdag 10 november

Many scary stories are told about Albemarle Sound, and, depending on the weather, the sound can be one of the worst sections of the Waterway zo schrijft de pilot. We zijn dus gewaarschuwd als we de eerste echte zeearm van de Waterway, de Albemarle Sound in North Carolina oversteken. Maar de weersgoden zijn ons gunstig gezind: de zee is zo glad als een spiegel en na nog een halve dag van groen naar groen en van rood naar rood zijn we op de Alligator River en we besluiten een veilige ligplaats op te zoeken.






Er is zware storm voorspeld, met windsnelheden tot tachtig kilometer per uur: de uitloper van de dodelijke orkaan Ida.  We binden ons stevig vast aan de zes palen in een slip in de Alligator River Marina. We inspecteren het dek nog eens grondig, doen het luik dicht en maken ons klaar voor de nacht. De storm steekt op rond middernacht. De wind giert, de boot danst. 's Morgens bij het wakker worden is er vrijwel niets te zien door een dikke mist. Het regent. De wind gaat met hevige uithalen te keer. Het weerbericht zegt dat we waarschijnlijk tot en met zaterdag vastzitten. Geen nood. We zijn hier veilig. We halen onze boeken meteo erbij, maken het gezellig warm in de boot en zullen de komende dagen aan de studie van hoge en lage drukgebieden wijden.



Mien